De telefoon instellen voor een WAP-dienst
U kunt de dienstinstellingen als tekstbericht ontvangen van de netwerkexploitant
of serviceprovider die de gewenste WAP-dienst aanbiedt. Neem voor meer
informatie contact op met de netwerkexploitant of serviceprovider, of bezoek de
website van Club Nokia (www.club.nokia.com).
143
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
U kunt de instellingen ook zelf intoetsen bij
Instellingen verbinding
. Neem contact
op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de juiste instellingen.
Mogelijk zijn de WAP-instellingen ook beschikbaar op de website van de
netwerkexploitant of serviceprovider.
Als tekstbericht ontvangen dienstinstellingen opslaan
Als u de dienstinstellingen als tekstbericht ontvangt, wordt de tekst
Dienstinstellingen ontvangen
weergegeven.
• Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, drukt u op
Opties
en selecteert u
Opslaan
.
Als geen instellingen zijn opgeslagen onder
Actieve dienstinstellingen
, worden
de instellingen opgeslagen onder de eerste vrije verbindingsset en worden ze
geactiveerd.
Als instellingen zijn opgeslagen als
Actieve dienstinstellingen
, wordt
Opgeslagen dienstinstellingen activeren?
weergegeven. U kunt de opgeslagen
instellingen activeren door op
Ja
te drukken. Als u de instellingen alleen maar
wilt opslaan, drukt u op
Nee
.
• Als u de ontvangen instellingen wilt negeren, drukt u op
Opties
en selecteert u
Wegdoen
.
• Als u de ontvangen instellingen eerst wilt weergeven, drukt u op
Opties
en
selecteert u
Bekijken
. Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op
Opslaan
.
De dienstinstellingen handmatig intoetsen
1. Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Diensten
,
Instellingen
en
Instellingen verbinding
.
144
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
2. Selecteer
Actieve dienstinstellingen
.
U moet de verbindingsset activeren waarin u de dienstinstellingen wilt
opslaan. Een verbindingsset is een verzameling instellingen die nodig zijn om
verbinding te maken met een WAP-dienst.
3. Ga naar de set die u wilt activeren en druk op
Activeren
.
4. Selecteer
Actieve dienstinst. bewerken
.
Selecteer de volgende dienstinstellingen één voor één en toets alle vereiste
instellingen in.
•
Naam set instellingen
- toets een nieuwe naam in voor de verbindingset en
druk op
OK
.
•
Homepage
- toets het homepage-adres van de gewenste WAP-dienst in,
druk op
voor een punt en druk op
OK
.
•
Sessiemodus
- selecteer
Doorlopend
of
Tijdelijk
.
•
Verbinding beveiligen
- selecteer
Aan
of
Uit
.
Als de verbindingsbeveiliging is ingesteld op
Aan
, probeert de telefoon een
beveiligde verbinding te gebruiken voor toegang tot de WAP-dienst. Als er
geen beveiligde verbinding beschikbaar is, wordt geen verbinding gemaakt.
Als u toch verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn, moet u de
verbindingsbeveiliging uitschakelen (
Uit
).
•
Gegevensdrager
- selecteer
GSM-gegevens
of
GPRS
. Zie
Instellingen als
GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is
en
Instellingen als
GPRS de geselecteerde gegevensdrager is
hieronder voor instellingen voor
de geselecteerde drager.
145
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor
informatie over de tarieven, verbindingssnelheid en andere gegevens.
Instellingen als GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is
•
Inbelnummer
- toets het telefoonnummer in en druk op
OK
.
•
IP-adres
- toets het adres in, druk op
voor een punt en druk op
OK
. U kunt
het IP-adres verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Type gegevensoproep
- selecteer
Analoog
of
ISDN
.
•
Snelheid gegevensoproep
- selecteer de gewenste snelheid of selecteer
Automatisch
. De optie
Automatisch
is uitsluitend beschikbaar als het huidige
type dataoproep
Analoog
is. De daadwerkelijke snelheid van de dataoproep is
afhankelijk van de serviceprovider.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
. Als u
Automatisch
selecteert, worden voor het login-type de gebruikersnaam en het wachtwoord
uit de volgende instellingen gebruikt. Als u
Handmatig
selecteert, moeten de
login-gegevens worden opgegeven bij het tot stand brengen van een
verbinding.
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in en druk op
OK
.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in en druk op
OK
.
Instellingen als GPRS de geselecteerde gegevensdrager is
•
GPRS-verbinding
- selecteer
Altijd online
om in te stellen dat de telefoon
automatisch moet worden geregistreerd bij een GPRS-netwerk wanneer u het
146
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
toestel inschakelt. Wanneer u een toepassing start die gebruikmaakt van GPRS,
wordt een verbinding tussen de telefoon en het netwerk tot stand gebracht,
waarna gegevens kunnen worden overgedragen. Wanneer u de toepassing
beëindigt, wordt ook de GPRS-verbinding beëindigd, maar blijft de telefoon
geregistreerd bij het GPRS-netwerk.
Als u
Wanneer nodig
selecteert, worden de GPRS-registratie en -verbinding tot
stand gebracht wanneer een toepassing deze nodig heeft. De verbinding wordt
verbroken wanneer u de toepassing sluit.
•
GPRS-toegangspunt
- toets de naam van het toegangspunt in en druk op
OK
.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-
netwerk tot stand te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen
bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
•
IP-adres
- toets het adres in, druk op
voor een punt en druk op
OK
. U kunt
het IP-adres verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
. Als u
Automatisch
selecteert, worden voor het login-type de gebruikersnaam en het wachtwoord
uit de volgende instellingen gebruikt. Als u
Handmatig
selecteert, moeten de
login-gegevens worden opgegeven bij het tot stand brengen van een
verbinding.
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in en druk op
OK
.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in en druk op
OK
.
147
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.